MOB-versie | Naar grote versie



Romeinen

Kernpunten

 

  • Doel: Paulus voorstellen aan de Romeinen en een voorproef van zijn boodschap doorgeven, voor hij zelf naar Rome komt.
  • Schrijver: Paulus
  • Geschreven voor: De christenen in Rome en gelovigen elders.
  • Datering: Rond het jaar 57, geschreven vanuit Korinthe, waar Paulus zich voorbereidt op zijn bezoek aan Jeruzalem.
  • Achtergrond: Blijkbaar heeft Paulus zijn werk in het oosten afgerond en wil hij – onderweg naar Spanje – Rome bezoeken. Maar hij moet eerst nog naar Jeruzalem om de opbrengst van een collecte af te dragen, die is gehouden voor de arme christenen daar (15:22-28). De Romeinse gemeente bestaat grotendeels uit Joden, maar telt ook een flink aantal niet-Joden.
  • Sleutelvers: "Omdat wij ons aan God hebben toevertrouwd, zijn wij rechtvaardig geworden en leven nu in vrede met God dankzij onze Here Jezus Christus." (5:1)
  • Hoofdpersonen: Paulus en Phebe.
  • Belangrijke plaats: Rome
  • Bijzondere kenmerken: Paulus schrijft de brief aan de Romeinen als een weldoordachte en heldere uitleg van zijn geloof; het lijkt nauwelijks op een echte brief. Toch groet hij aan het slot van de brief veel mensen in Rome.

 

Romeinen in vogelvlucht
Deskundig en ervaren behandelt de openbare aanklager zijn zaak. Hij roept belangrijke getuigen op en legt de bewijzen op tafel.


De getuigenverklaringen van de verdediging valt hij aan in een knap kruisverhoor. Dan eindigt hij met een waterdichte samenvatting en daagt daarmee de jury uit tot een uitspraak. Het vonnis dat volgt, wekt geen verbazing. ‘Schuldig’, verklaart de voorzitter van de jury. Het recht krijgt zijn loop.

De apostel Paulus is intelligent, alert en toegewijd aan zijn roeping. Als een kundig advocaat legt hij de zaak van het Evangelie duidelijk en onomwonden neer in zijn brief aan de gemeente in Rome.

Paulus heeft wel gehoord van de gemeente in Rome, maar is er nog nooit geweest; net zomin als één van de andere apostelen. Waarschijnlijk is deze gemeente gesticht door Joden die met het Pinksterfeest in Jeruzalem (Handelingen 2) tot geloof zijn gekomen. Na hun terugkeer in Rome hebben zij het geloof uitgedragen en zo groeide daar de gemeente. Hoewel vele barrières hen nog scheiden, voelt Paulus een band met deze Romeinen. Zij waren zijn broeders en zusters in Christus en hij verlangde ernaar hen zelf te ontmoeten.
Hoewel hij de meeste gelovigen in Rome nog niet kent, houdt hij van hen. Dus stuurt hij deze brief om zich aan hen voor te stellen en een duidelijke verklaring van zijn geloof af te leggen.

Na een korte inleiding geeft Paulus de feiten uit het Evangelie weer (1:3|prj:HBk.ROM.13) en verklaart zijn trouw eraan (1:16, 17).

Hij bouwt verder aan een haarscherpe uitleg hoe alle mensen verloren zijn en over de noodzaak van Gods tussenkomst (1:18-3:20).

Dan legt Paulus het goede nieuws uit: verlossing is voor alle mensen mogelijk, wie ze ook zijn, wat ze gedaan hebben en wat ook hun achtergrond is. Wij worden gered uit genade (onverdiende goedheid van God), door geloof (totaal vertrouwen) in Christus en zijn voltooide werk. Dankzij Hem kunnen wij rechtvaardig en ‘vrijgesproken’ voor God staan (3:21-5:21). Dat is het fundament.

Dan gaat Paulus in op de vrijheid van verloste mensen: vrij van de macht van de zonde (6:1-23), vrij van de overheersing door de wet (7:1-25), vrij om te worden als Christus en vrij om Gods grenzeloze liefde te ontdekken (8:1-39 ).

Daarna richt Paulus zich rechtstreeks tot zijn Joodse broeders en zusters en legt uit hoe zij in Gods plan passen (9:1-11:12). God heeft een weg mogelijk gemaakt, waarbij Joden en heidenen verenigd worden in het lichaam van Christus; beide groepen kunnen God dan prijzen om zijn wijsheid en liefde (11:13-36).

Paulus legt uit wat het betekent in een volkomen overgave aan Christus te leven en daarbij de geestelijke gaven te gebruiken om anderen te dienen (12:3-8), anderen werkelijk lief te hebben (12:9-21) en goede burgers te zijn (13:1-14).

Vrijheid moet samengaan met de liefde, zeker als wij anderen opbouwen in hun geloof, rekening houdend met de zwakheden van anderen (14:1-15:4). Paulus legt nadruk op de eenheid, vooral op de noodzaak tot eenheid tussen Joden en niet-Joden (15:5-13).
Tot slot noemt hij nog eens de reden van zijn brief, licht hij zijn plannen toe (15:22-23), groet zijn vrienden en geeft nog enkele slotgedachten en groeten door van zijn reisgenoten (16:1-27).

Als je de brief aan de Romeinen leest, overdenk dan eens opnieuw je toewijding aan Christus en hoe je met andere gelovigen omgaat.

 

 

Met toestemming overgenomen van Royal Jongbloed uit Het Boek © 2008 Biblica. All rights reserved.