Jakob is een van de zogeheten aartsvaders. Hij kreeg van God een andere naam.
Welke naam?
Jakob had zijn vrouwen, kinderen en zijn bezittingen naar de overkant van de rivier de Jabbok gebracht en bleef alleen achter. Hij worstelde met iemand totdat de dag aanbrak. Jokob wilde de ander niet laten gaan zonder zegen te hebben ontvangen. Daarop zei die ander: "Voortaan zal je naam niet Jakob zijn, maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen." (Lees Genesis 32.)
Abraham en Isaak zijn ook aartsvaders en respectievelijk de grootvader en vader van Jakob.
Al vóórdat Hanna in verwachting is van Samuel, voelt zij dat haar zoon een bijzondere taak van God krijgt. Zij brengt hem als hij nog een klein jongetje is, naar de tempel. Daar groeit hij op bij Eli, de hogepriester en krijgt hij ook zelf een roeping van God.
Hoe wordt de jonge Samuel door God geroepen?
De jonge Samuel slaapt in het heiligdom van de HEER vlak bij de ark van het verbond. Op een nacht hoort hij een stem die zijn naam roept. Hij denkt dat de oude priester Eli hem roept, en gaat naar hem toe. Eli heeft niet geroepen. Dit herhaalt zich nog twee keer en dan realiseert Eli zich dat het de HEER is die Samuel roept. Hij zegt Samuel wat hij moet doen. Als God Samuel dan voor de vierde keer roept zegt Samuel: “Spreek, uw dienaar luistert." En dan spreekt God verder met Samuel.
De Israëlieten verblijven in ballingschap in Babylonië. Onder hen zijn ook Daniël en zijn drie vrienden.
WAAR of NIET WAAR: De drie vrienden van Daniël heten Sem, Cham en Jafet.
Sem, Cham en Jafet zijn de zonen van Noach, die de ark bouwde.
De vrienden van Daniël heten Sadrach, Mesach en Abednego.
Paulus heeft de christenen vervolgd. Na zijn bekering heeft hij veel gereisd en brieven geschreven.
WAAR of NIET WAAR: Paulus is op weg naar Damascus om christenen gevangen te nemen, als hij onderweg de stem van Jezus hoort.
Paulus (hij heette toen nog Saulus) was fanatiek in het oppakken van christenen. Onderweg naar Damascus werd hij omstraald door een licht uit de hemel en hoorde hij een stem die vroeg: "Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?" Op de vraag 'wie ben U, Heer?', kreeg Paulus als antwoord: "Ik ben Jezus, die jij vervolgt."