Het volk Israël is bevrijd uit de slavernij in Egypte en trekt onder leiding van Mozes door de woestijn, op weg naar het beloofde land.
De HEER geeft het volk tijdens die reis de tien geboden, geschreven op twee stenen platen.
Een van die geboden luidt: "Toon eerbied voor uw ........ en uw ........ ."
In Exodus 20:12 staat: "Toon eerbied voor uw vader en uw moeder." Aan dit gebod wordt een belofte gekoppeld, namelijk: "Dan zult u lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal."
Als het volk Israël in het beloofde land Kanaän woont, wordt het lange tijd geleid door rechters (richters). Een van hen is Gideon.
Welk teken vraagt hij aan God, om zeker te weten dat hij de strijd moet aangaan met de Midjanieten?
Gideon vraagt om het teken met de schapenvacht (Rechters 6:36-40).
Tijdens de woestijnreis van het volk Israël regent het elke dag manna uit de hemel (Exodus 16).
Na de zondvloed, als Noach en de dieren uit de ark mogen, laat God de regenboog zien (Genesis 9:12-17).
In psalm 23 beschrijft David, die zelf herder is geweest, hoe hij ervaart dat de HEER zijn herder is. Maar in diezelfde psalm zegt David ook: "U zalft mijn hoofd met olie."
Is David daadwerkelijk gezalfd?
In 1 Samuel 16:11-13 staat dat David door de profeet Samuel gezalfd wordt tot koning over Israël. David, de eenvoudig schaapherder, wordt leider van een volk, maar weet zich geborgen bij zijn Herder.
Jezus rijdt, vlak voor het pesachfeest, op een ezel de stad Jeruzalem binnen.
Wat hoort niet bij deze geschiedenis?
In Matteüs 21 staat dat Jezus de stad binnenrijdt. De mensen zwaaien met palmtakken en leggen hun mantels op de weg.
Jezus heeft veel wonderen gedaan, maar de intocht in Jeruzalem is een gebeurtenis uit het leven van Jezus.