Het volk Israël is bevrijd uit de slavernij en gaat onder leiding van Mozes op weg naar het beloofde land. Tijdens deze reis geeft de Heer hun allerlei wetten en voorschriften.
Hij begint met de woorden: "Ik ben de HEER, uw God, die u ........ heeft bevrijd."
De Israëlieten hebben meer dan vierhonderd jaar als slaven in Egypte moeten werken voor de farao. Na tien plagen heeft de farao het volk laten gaan. Onder leiding van Mozes trekken ze door de woestijn naar het beloofde land Kanaän.
Als het volk Israël in het beloofde land Kanaän woont, wordt het lange tijd geleid door rechters (richters). Een van hen is Gideon.
Hij wil zeker weten dat God hem deze taak geeft en daarom ........ .
Gideon is de rechter die een schapenvacht buiten legt en aan God vraagt of het de ene nacht nat en de andere nacht droog zal zijn, in tegenstelling tot de omgeving (Rechters 6:36-40).
Mozes ging de berg op om met God te spreken (Exodus 24).
Sommige koningen riepen de hulp van een profeet in, bijvoorbeeld om te weten of ze wel of niet de strijd moesten aangaan.
In psalm 23 beschrijft David, ooit schaapherder, hoe hij ervaart dat de HEER zijn herder is. Maar in diezelfde psalm zegt David ook: "U zalft mijn hoofd met olie."
Is David daadwerkelijk gezalfd?
David was de jongste zoon in het gezin. Hij was herder. Juist hij werd door God uitgekozen en door Samuel gezalfd.
Een van de vier evangeliën in het Nieuwe Testament van de Bijbel is geschreven door Lucas. Hierin staat dat Petrus zegt de netten te zullen uitgooien, alleen omdat Jezus het zegt.
Wat is het gevolg?
De Bijbel zegt dat ze zoveel vis vingen, dat hun netten bijna scheurden. Ze moesten zelfs de bemanning van een tweede schip om hulp vragen. Uiteindelijk zaten beide boten zo vol vis dat ze bijna zonken.