Jozefs moeder is gestorven na de geboorte van Jozefs jongere broer Benjamin. Jozef ontmoet eerst zijn broers, die koren komen kopen vanwege een hongersnood. Vervolgens ontmoet hij ook Benjamin en uiteindelijk zijn vader Jakob. (Genesis 42 t/m 46.)

De Filistijnse reus Goliat bespotte de God van Israël. David durfde het aan, tegen hem te strijden en hij versloeg Goliat met een slinger en een steen (1 Samuel 17).

Uiteindelijk gaat het, hoewel dit voor het rijk van koning Nebukadnessar toen persoonlijk gold, vooral om een profetisch beeld over wat er in de toekomst zal gaan gebeuren. Het betreft zijn wereldrijk en de wereldrijken die na hem zullen komen.

Petrus en Johannes zijn op weg naar de tempel. Zij kunnen de man niets bieden op materieel gebied en dat zegt Petrus ook tegen hem. Johannes en hij kijken de man aan en dan mag Petrus hem genezen in de naam van Jezus Christus. Alle eer komt Hem toe en niet Petrus of Johannes.