Koning Joas wordt door Jehoseba en haar man, de priester Jojada, als baby gered van zijn bloeddorstige oma. Zij houden hem zes jaar lang verborgen in de tempel en in het zevende jaar zorgt Jojada ervoor dat Joas koning wordt. Jojada blijft dan een belangrijke rol spelen. "Zolang de hogepriester Jojada leefde, deed Joas wat goed is in de ogen van de HEER." (2 Kronieken 24:2).

Joram was de opa van Joas, Josafat de overgrootopa.

Daniël zegt in hoofdstuk 7:9: "Ik zag dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaatsnam. Zijn kleed was wit als sneeuw, zijn hoofdhaar als zuivere wol. Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de wielen uit laaiend vuur."

Na de broodvernenigvuldiging stapte hij meteen met zijn leerlingen in de boot en voer naar het gebied van Dalmanuta. De ligging van Dalmanutha is onbekend.

Lucas schrijft in Hand. 3:1: "Op een dag gingen Petrus en Johannes zoals gewoonlijk omstreeks het negende uur naar de tempel voor het namiddaggebed."