De farao beval de twee vroedvrouwen om alle pasgeboren Hebreeuwse jongetjes te doden. Dat deden ze niet, ze bedachten een smoes en zo bleven de jongetjes toch in leven.

De naam van de dochter van de farao wordt niet genoemd in de Bijbel, maar wel is bekend wat ze gedaan heeft: ze redde een Hebreeuwse baby en nam hem aan als haar eigen zoon. Ze noemde hem Mozes.

De moeder van Mozes is Jochebed; zijn zus is Mirjam.

De rijksgroten en andere machthebbers speculeerden op de ijdelheid van koning Darius en zijn ontvankelijkheid voor vleierij en eerzucht, door dertig dagen lang alle aandacht op zichzelf te laten richten door het hele volk. Het ontbrak Darius aan wijsheid en inzicht om door de arglistigheid van dit voorstel van de rijksgroten heen te prikken en hun werkelijke bedoelingen te onderkennen.

In de profetie van Obadja worden de namen Esau en Edom allebei gebruikt om dit volk te aan te duiden. Genesis 36:8 geeft aan dat Edom een andere naam is voor Esau.

Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar.