Esau ging het veld in om een stuk wild te bemachtigen, want zijn vader had gezegd dat het voedsel hem kracht zou geven om Esau te zegenen. In Genesis 25:28 staat dat Isaak zeer op Esau gesteld was, omdat Esau van jagen hield en Isaak graag wildbraad at.

Ezechiël moest profeteren tegen de bergen van Israël. Daar waren de offerhoogten en de altaren waar het volk afgoderij bedreef. Deze altaren zullen worden vernietigd en de afgodendienaars zullen dood neervallen als straf van God. Degenen die niet gedood worden zullen verstrooid worden over de aarde en beseffen dat ze schuldig zijn en van zichzelf walgen.

De Bijbel zegt: "Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren."

In de Bijbel staat dat Paulus de mensen aanspoort om te eten omdat ze dit al veertien dagen niet gedaan hebben.