Pison is een van de vier stromen die de tuin van Eden bevloeide (Genesis 1:11).

De Pisga is de berg van waarop Mozes een wijd uitzicht heeft over het Beloofde Land (Deuteronomium 3:27).

Piram is de koning van Jarmut, een van de vijf Amoritische koningen, betrokken bij de slag om Gibeon (Jozua 10:3).

Mozes liet een tweede ram brengen voor het wijdingsoffer. Het eerste dier (een stier) werd geslacht als een reinigingsoffer (HSV: zondoffer). Het tweede dier (een ram) werd geslacht als brandoffer en het derde offer (ook een ram) was het wijdingsoffer.

Edom was de bijnaam van Esau (Genesis 25) en zijn nakomelingen heten Edomieten. Zij zijn dus een broedervolk van de Israëlieten, die afstammen van Jakob/Israël. Edom was de aartsvijand van het twee stammenrijk Juda. Edom had de Babyloniërs geholpen bij het beleg van Jeruzalem. De profeet Jeremia zei dat Edom gestraft zou worden voor het verraad aan zijn broedervolk.

Zie ook de profetie over Edom in Jeremia 49:7-22.

Na een periode van blijdschap over het onheil van Juda zal Edom zelf gestraft worden.

Zie Klaagliederen 4:22.

"Van Petrus, apostel van Jezus Christus. Aan de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië verblijven."

Petrus die apostel voor de Joden was (Gal. 2: 6) schrijft hier letterlijk: aan Joodse gelovigen die buiten het land Israel in de diaspora, de verstrooiing waren. Tegelijkertijd mogen ook wij lessen trekken uit de instructies die hij hen hier geeft.