Vanaf Genesis 12 wordt verteld over Abraham (toen nog Abram).

In Genesis 21 wordt Isaak geboren, als zoon van Abraham en Sara.

Genesis 25 vertelt vanaf vers 19 over de zonen van Isaak: Jakob en zijn tweelingbroer Esau.

David is de tweede koning van Israël en komt pas later in de geschiedenis van Israël voor.

God had Mozes geroepen toen hij de schapen hoedde van zijn schoonvader in de woestijn. Ook later zei God zelf dat Mozes zijn dienaar was; bijvoorbeeld in Numeri 12:7 en 8.

In de Bijbel staat dat Jezus als antwoord op de vraag van zijn leerlingen, een kind roept en in het midden plaatst. Dan zegt Hij: "Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel."

Een deel van 'Het onze Vader', zoals dit gebed genoemd wordt, staat vermeld in het evangelie volgens Lucas. Het gebed, zoals het bekend is, begint met "Onze Vader, die in de hemel bent." Gevolgd door: "Laat uw naam geheiligd worden." Of, meer bekend: "Onze vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome."