De Bijbel geeft de leeftijd van Jozef niet exact, maar er wordt algemeen aangenomen dat Jozef ongeveer 17 was. Dit is gebaseerd op het feit dat Jozef werd verkocht, kort nadat in Genesis 37:2 staat dat hij 'inmiddels 17 jaar' was.

30 jaar was Jozef toen hij in dienst kwam bij de farao.

De tabernakel bestond uit de voorhof en een tent met twee kamers, het heilige en het allerheiligste (= het heilige der heiligen). Deze kamers waren van elkaar gescheiden door een gordijn, het voorhangsel.

De Bijbel zegt: "Het gouden altaar zette hij voor het voorhangsel in de ontmoetingstent en hij brandde er geurig reukwerk op, zoals de HEER hem had opgedragen." (Exodus 40:26-27).

Marcus was een neef van Barnabas. Deze Barnabas heeft de eerste zendingsreis met Paulus gemaakt. Marcus is tijdens deze reis ook mee geweest.

Petrus richt in 1 Petrus 5:2 in eerste instantie zijn woord tot de oudsten van de gemeente. Hij adviseert ze om niet heerszuchtig te zijn over de kudde die hen door God is toevertrouwd en waar zij verantwoordelijkheid voor hebben. Pas daarna richt hij zich tot de jongeren.